Azzie nie ui-tje doppe kijk, kè-je inne drol trappu. Hebbie in zoon hon-dudrol gestaan? Klere beeste, overal leg die schij-top straat, tis-to-nie no-máál. Maarru, hoe krij-gie die schijt van je schoene? Dà-sakje vu-tellu.
Hoe krij-gie je schoene schoon buite?
- Schrape: gaat eerst effe rustig door het gras. Ja? Dan kè-je ’t erugste de-raf-vege.
- Aan de stoep: gaa-tan goed me-je schoen ove de stoeprand.
- Watuplasse: leg-tur wà-wate? Gaa-tan effe een paar keer mè-je schoen effe dur doorheen
Zo pakkie da-thuis aan
- Pak wa-doekies die je weg ken gooie, ja? Dan kè-nut gore klussie beginne – veeg me-tie doekies de schijt af.
- Dan kè-je ze da-na in un plestik zakkie we-gooie. Je mot wel van die huishoudhandschoenu aantrekku, anders kenje schij-taan je klauwe krijge.
- Hebbie un buitekraan? La-tun zach straa-ltje lope ove-je schoenzool. Ja? En effe oplette hey, dà-tut nie ove je schoene loop.
- Ouwe tande-bostel: je ken daarna me-tun ouwe tande-bostel die schijt zachies wegvege. Ja, en let wel effe op da-tie pokke zooi nie-ga spettere, hey?
- Tande-stokus of wattestaafies: die ken je ook gebruike azzie-ut-ter nie helemaal afkrijg.
Hebbie sportschoene? Dan ken je ook een stoomreinige gebruike om al-ut fuil weg te stome.