10 Nederlandse spreekwoorden met dieren

Snoezige cavia, is er over jou ook een gezegde? Foto: S.v.d. Ent
Snoezige cavia, is er over jou ook een gezegde? Foto: S.v.d. Ent

Spreekwoorden met dieren spreken hartstikke aan. We dichten dieren allerlei kwaliteiten toe, zoals de sluwe vos, of de wijze uil, maar honden en apen: dát zijn onze favorieten getuige de onderstaande spreekwoorden.

10 bekende Nederlandse spreekwoorden met dieren:

  1. Blaffende honden bijten niet: lijkt iemand heel onaardig? In werkelijkheid zal hij je geen kwaad doen, hij lijkt erger dan hij is. Dat kan ook voor blaffende honden gelden, die hoeven niet te bijten.
  2. Daar komt de aap uit de mouw: ineens wordt het duidelijk: iemand had hele andere intenties dan het leek. Ineens wordt alles duidelijk, de aap is uit de mouw gekomen!
  3. Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken: je mag een cadeau niet kritisch beoordelen of bekijken, dat is nogal ondankbaar.
  4. Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is: ieder mens of dier heeft zijn eigen karakter en kenmerken en zo gedraagt (zingt) hij ook.
  5. Zo duf als een konijn: als je jezelf heel moe voelt en heel duf.
  6. Oude koeien uit de sloot halen: terugkomen op vervelende situaties uit het verleden, tot vervelends aan toe. Daarom zeggen anderen vaak ook: géén oude koeien uit de sloot halen.
  7. Struisvogelgedrag: (synoniem: struisvogel politiek), je kop in ’t zand steken. Doen of iets wat lastig en vervelend is, er niet is. Je verbergen dus voor problemen en lastige situaties.
  8. Met haviksogen volgen: als je iets nauwlettend tot in detail in de gaten houdt (meestal vinden anderen dit erg onprettig en bemoeizuchtig).
  9. Op alle slakken zout leggen: ontzettend kieskeurig zijn en pietluttig, alles is een probleem voor je, tot het kleinste aan toe (heel vermoeiend voor andere mensen).
  10. Ik moet plassen als een reiger: heel, heel, héél nodig moeten plassen!

Ook interessant: