Leuke, oud Hollandse grappige gezegden over eten. De beste 10 op een rij!
10 x grappige gezegden over eten:
- Met lange tanden eten: Je vindt de maaltijd niet te (vr)eten en trekt je bovenlip op zo vies als je het vindt (dus zijn je tanden zichtbaar). Wie met overduidelijk weerzin zit te eten, die eet met lange tanden.
- Dan zijn de rapen gaar: Oei, oei, als de rapen gaar zijn ben jij nog niet jarig: dit betekent niet veel goeds, want als de rapen gaar zijn, dan komen er hele vervelende gevolgen en meestal is er iemand héél boos!
- De hond in de pot vinden: ai, een leeg bord aantreffen, er is geen eten meer voor je over – de hond was je, bij wijze van spreken, voor. Omdat jij zo laat bent is er niets voor je over.
- Eten wat de pot schaft: gewoon mee eten met wat er thuis, of wat bij een ander op tafel komt. Met de pot mee eten dus.
- Wat de boer niet kent, vreet ‘ie niet: iets wat iemand niet kent, dat eet hij niet. Onbekend voedsel, daar moet de boer niets van weten!
- Voor een appel en een ei: als iets spotgoedkoop was, dan heb je het ‘voor een appel en een ei’ gekocht. Lekker dus.
- Laat het kaas niet van je brood eten: kom voor jezelf op! Laat anderen niet met je sollen!
- De liefde van de man gaat door de maag: je kunt een man gek op je maken door hem de lekkerste maaltijden te serveren!
- Boter op je hoofd hebben: doen alsof er geen vuiltje aan de lucht is: er is iets aan de hand, maar jij weet zogenaamd van niets.
- Ouwe taart of ouwe bes: ohh, niet zo aardig, andere namen voor een oude vrouw.