Vroeger, toen de tijd nog zoet was en de wereld er heel anders uit zag, hoe ging het er toen aan toe in het ouderwetse huishouden van vroeger? Omdat ikzelf uit een dorp kom en in de vroege jaren 70 als kind nog het een en ander heb meegekregen van de tijd ver voor mij (met ouders uit de jaren 30) neem ik je graag mee naar het huishouden van vroeger.
Schoonmaken in vroegere tijden
Vroeger ging gewoon de bezem door het huis, de vloeren bestonden uit houten planken of stenen vloeren. Met veger en blik werd het vuil weggehaald. Matten, jute ganglopers en kleden gingen over de houten stellage buiten. Ook mijn ouders hadden een dergelijke stellage op het erf én inderdaad ging de gangloper daaroverheen om uitgeklopt te worden. Buiten lag een dweil voor de deur om je voeten af te vegen, maar ook rageborstels om blubber hardhandig weg te halen van de laarzen. Schoenen werden meestal in een rekje geplaatst bij de voordeur.
Woningen hadden vroeger vrijwel altijd een lange gang en daar lag dan een gangloper. Ook lagen er kleden onder de eettafel en kregen trappen een traploper (die losgemaakt kon worden en die vast zaten d.m.v. koperen pinnen).
Later, in de jaren 60 kwam er de rolveger. Dit apparaat had wieltjes en borstels die meedraaide en het nam verdraaid veel vuil op, wat in een bakje terecht kwam – eigenlijk een prachtig alternatief voor de stofzuiger, want duurzamer kan haast niet aangezien hij geen stroom gebruikt.
Hoe werd de was gedaan vroeger?
De was die écht goed schoon moest worden werd uitgekookt, maar de overige was ging meestal in de wastobbe, een grote blikken, tinnen tobbe, waar later zeepsoorten aan toegevoegd werden, van ossengalzeep tot later zachte groene zeep. Een wasmachine, de droger of zelfs de centrifuge bestonden nog niet; vrouwen deden daarom de was door de wringer die de was uitwrong. Dit was zwaar werk, vergis je niet. Vooral met de grote gezinnen van destijds; hoewel de oudste dochters vaak ook een deel van het huishouden en zorg voor de jongste kinderen op zich namen; zo kon het zijn dat je als kind vrijwel door je oudere zus werd opgevoed.
Vanaf mijn prille jeugd begin jaren 70 stond er bij ons in de groentetuin achter het huis een dergelijke houten constructie, met de waslijnen exact zo gespannen. De sperziebonen op de achtergrond, gecombineerd met het wasgoed, brengen me direct terug naar die tijd! Wasgoed hing dus precies aan de houten constructie langs het lange tuinpad. Ook al kwamen er wasrekken, mijn ouders bleven het wasgoed tot halverwege de jaren 90 op deze wijze drogen.
Strijken
Wat is er nu mooier dan zo’n ouderwetse strijkbout van loodzwaar gietijzer. Hij werd opgewarmd op de (hout)kachel en werd loeiheet. Op deze wijze kon kleding gestreken worden.
Water voor het huishouden
Voordat mensen waterleidingen in huis kregen (pas rond 1900 gebeurde dat), was de waterput dé watervoorziening voor het huishouden. De putdeksels konden open en daar kon je vers water uitscheppen met de emmer die er boven hing. Het gaat om grondwater, want het waterreservoir ligt zo’n 2 meter diep, waardoor het volstaat met grondwater. De eigen moestuin (als aanwezig) kreeg hier water uit, maar ook om te wassen en voor de schoonmaak werd hier water uit geput.
Ouderwetse keuken en fornuis van vroeger (rond 1900)
Is het geen beauty! Wat een fantastische keuken uit lang vervlogen tijden. Dit is waarschijnlijk een fornuis op kolen gestookt. Gietijzeren pannen en keramieken pannen werden gebruikt om mee te koken. De lades hadden allemaal een functie, want kolen leveren natuurlijk as op, maar ook moest je kolen op voorraad hebben voor de continuering. Hiervoor werden de lades o.a. gebruikt.
In bad gaan of naar het toilet, hoe ging dat vroeger?
Had men de luxe om over een vrijstaand zitbad te beschikken (meestal op pootjes en van emaille gemaakt), dan moest je zelf water koken en het op die wijze warm maken. Maar de meeste mensen kenden die luxe niet! Zij waste zichzelf aan een waskom (het hele lijf) met een washand en stukje zeep. De waskom kon op een kastje staan en ging meestal gepaard met een schenkkan, want stromend water was er niet.
Naar het toilet gaan vroeger in huis …. was er niet bij
Natuurlijk hadden de mensen vroeger géén toilet in huis! Meestal bevond er zich een klein schuurtje/ hokje, aan het einde van de tuin. Dit werd ook wel ‘de privaat’ genoemd, maar was eigenlijk een toilethok met een ton.
Wat nu als je midden in de nacht naar de wc moest? De meeste mensen hadden wel een po met deksel onder het bed (ja, niet zo’n fris idee, maar wel makkelijk!), want anders moest je in het holst van de nacht (in het aarde donker) naar buiten; niet zo’n pretje met de koude winters van destijds!
Grote gezinnen vroeger
In de periode voor de tweede wereld oorlog was er een behoorlijk verschil tussen het platteland en de stad. Gezinnen in de stad kregen meestal minder kinderen dan die in de dorpen. Zo komt mijn vader uit een gezin van maar liefst 13 kinderen(!) en een vriendin’s moeder uit een gezin van 15 kinderen. Andere tijden! Maar al die kinderen moesten ook in schone kleren naar school, naar het toilet, zich wassen, dagelijks warm eten, verzorgd worden enzovoorts. Moeders in die tijd hadden daar een ware dagtaak aan(!) Mijn vader is grotendeels onder zijn hoede genomen door een 10 jaar oudere zus. Oudere zussen moesten vaker hun steentje bijdragen bij de opvoeding van de jongste kinderen.
En vergeet niet: veel plattelands kinderen gingen na de basisschool linea recta op het land werken. Met 13 jaar ging mijn vader werken, ’s avonds nog naar school én mocht hij gaan roken, wat het einde van je jeugd inleidde: werken, roken, dat hoorde erbij in een arbeidersgezin van destijds.