Kinderen kregen jarenlang levertraan voorgeschoteld, zo ook mijn moeder in de jaren 30. Zo nu en dan zei ze het wel eens, hoe óntzettend vies dat smaakte! Maar het was nu eenmaal nodig, want levertraan was een bron van vitamine A, wat je nodig hebt voor je botten, haar en tanden. Kinderen die te weinig levertraan binnen kregen, konden o-benen krijgen, doordat de botten te week bleven.
Waarom vitamine A?
Vitamine A maakt je lichaam aan bij zonlicht, dus tijdens de winterse periodes kregen kinderen Levertraan. Tegenwoordig is vitamine A toegevoegd aan bepaalde voedingswaar, maar dat was toen destijds nog niet zo (teveel vitamine A is overigens slecht voor je: altijd aan de maximale dosering houden).
Zo ontstond er in Engeland Rachitis (wat de Engelse ziekte werd genoemd), door een gebrek aan vitamine A, dit was in de 19e eeuw het geval, door het vele stoken op kolen voor kachel, keuken en haard en de gepaarde luchtverontreiniging.
Levertraan smaakt zó vies, dat geloof je niet …
Waarvan is Levertraan gemaakt? Het werd gewonnen uit de lever van bijvoorbeeld Kabeljauw en Heilbot. Dat het van walvissen afkomstig zou zijn is een fabeltje.
Waar smaakte levertraan naar? Brr, het is te erg: levertraan smaakte en geurde naar rotte vis. Wie dicht in de buurt van een rotte vis komt kan zich er iets bij voorstellen; het is niet te doen. Een walgelijke gedachte en walgelijk voor de mensen die het moesten slikken. Kinderen begonnen al te trillen bij de gedachte weer een lepel te moeten nemen! Was je ziek, dan kon je nog een lepel extra krijgen!